Wat is ASS?

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op verschillende gebieden, zoals sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken, bewegen en handelen, zintuiglijke prikkelverwerking, en het filteren en integreren van informatie. Mensen met ASS kunnen moeite hebben met het verwerken van zintuiglijke informatie en kunnen te maken krijgen met sensorische over- of ondergevoeligheid. ASS is een spectrum, wat betekent dat het bij iedereen anders tot uiting komt.

Hoe ontstaat het?

De precieze oorzaak van autisme is nog niet bekend, maar het wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van erfelijke (genetische) factoren en omgevingsinvloeden. Autisme is voor een groot deel erfelijk, met schattingen die aangeven dat ongeveer 80% genetisch bepaald is. Bij het ontstaan van ASS spelen waarschijnlijk honderden genen een rol. Daarnaast kunnen omgevingsfactoren invloed hebben, zoals vroeggeboorte, de leeftijd van de vader op het moment van conceptie, of bepaalde stofwisselingsfactoren bij de moeder. In sommige gevallen ontstaat ASS door een spontane genetische verandering, een zogenaamde de novo-mutatie, waarbij de genen van de ouders niet betrokken zijn. Hoewel autisme niet te genezen is, kunnen mensen met autisme, met de juiste ondersteuning, goed functioneren en zich ontwikkelen.

(Poster Opvallende Gedragskenmerken Autisme Bij Kinderen | NVA Regio Noord-Brabant/Zeeland, 2025)

Kenmerken en Eigenschappen

Kinderen met ASS vertonen vaak gedragskenmerken zoals:

  • Moeite met sociale interactie: Ze hebben een minder goed ontwikkelde sociale intuïtie en moeite met het begrijpen van sociale signalen. Het vermijden van oogcontact komt hier ook vaak bij kijken.
  • Moeite met veranderingen: Ze kunnen moeite hebben met onverwachte veranderingen of het doorbreken van routines.
  • Eerlijk en direct: Ze zijn vaak zeer eerlijk en nemen dingen letterlijk.
  • Sterke analytische vaardigheden: Veel mensen met ASS zijn goed in het herkennen van patronen, het hebben van oog voor detail en het analyseren van situaties.
  • Sensorische gevoeligheden: Ze kunnen over- of ondergevoelig zijn voor zintuiglijke prikkels (bijvoorbeeld geluiden, licht, aanraking).
  • Specialisatie en hyperfocus: Ze kunnen zich intensief concentreren op een beperkt aantal interesses of onderwerpen, wat hen in staat stelt om expertise te ontwikkelen.
  • Perfectionisme: Ze kunnen moeite hebben met het accepteren van imperfecties, wat kan leiden tot perfectionistisch gedrag.

Veel mensen met ASS hebben daarnaast een gemiddelde tot hoge intelligentie, maar een deel (ongeveer 30%) heeft ook een verstandelijke beperking. De mate van de kenmerken verschilt per persoon. 

Taalontwikkeling en Communicatie

De taalontwikkeling en communicatie bij kinderen met ASS kan zich anders ontwikkelen dan bij andere kinderen. Vaak hebben zij moeite met sociale interactie en het begrijpen van taal, wat leidt tot vertragingen of alternatieve manieren van communiceren. De taalontwikkeling varieert per kind.

Kenmerken van de taalontwikkeling

Echolalie en Scripten:

  • Veel kinderen met ASS gebruiken echolalie, wat betekent dat ze zinnen of woordgroepen herhalen die ze ergens hebben gehoord, zoals uit films, gesprekken of liedjes.
  • Deze herhaalde taal kan later opnieuw gebruikt worden in vergelijkbare situaties, maar soms ook op ongepaste momenten.
  • Het herhalen van taal is niet betekenisloos; het heeft altijd een betekenis voor het kind, maar kan moeilijk te begrijpen zijn voor anderen zonder de context te kennen.

Taalontwikkeling via zinnen en woordgroepen:

  • In plaats van eerst losse woorden te leren en later zinnen te vormen, beginnen veel kinderen met ASS hun taalontwikkeling met het herhalen van hele zinnen of woordgroepen die ze gehoord hebben.
  • Dit kan lijken op een omgekeerde volgorde van taalontwikkeling vergeleken met kinderen zonder ASS, die vaak beginnen met losse woorden en later zinnen combineren.

Begrip van intonatie en ritme:

  • Autistische kinderen begrijpen vaak beter de intonatie en het ritme van taal dan de feitelijke betekenis van de woorden.
  • Dit betekent dat ze zich meer bewust kunnen zijn van de manier waarop iets gezegd wordt (bijvoorbeeld de toonhoogte of nadruk) dan de inhoud van wat gezegd wordt.

Fasen in taalontwikkeling:

  • De overgang van echolalie naar een soepelere taalontwikkeling kan in fasen plaatsvinden.
  • Eerst gebruiken kinderen volledige scripts die ze herhaald hebben, later zullen ze deze scripts splitsen en combineren tot kleinere, flexibele taalstukken.
  • Uiteindelijk zullen ze losse woorden kunnen gebruiken, wat hen dichter bij de taalontwikkeling van kinderen zonder ASS brengt. Dit proces verloopt echter vaak langzamer en anders.

Moeite met non-verbale communicatie:

  • Veel kinderen met ASS hebben moeite met non-verbale communicatie, zoals het maken van oogcontact, wijzen, en andere sociale signalen.
  • Dit kan het voor hen moeilijk maken om zich sociaal te uiten en met anderen te communiceren, omdat ze niet altijd dezelfde signalen begrijpen of niet in staat zijn om deze te geven.

Zintuiglijke verwerking en invloed op communicatie:

  • Autistische kinderen hebben vaak een andere manier van zintuiglijke verwerking. Dit kan betekenen dat ze gevoelig zijn voor bepaalde prikkels, zoals geluiden of visuele stimuli, die hun vermogen om te communiceren kunnen beïnvloeden.
  • Soms kan het gebrek aan oogcontact of de afwezigheid van reacties op sociale signalen het gevolg zijn van een overbelasting van zintuiglijke informatie, waardoor het kind zich afsluit van bepaalde prikkels. Dit kan de communicatie bemoeilijken, maar is een onderdeel van hoe ze de wereld om zich heen ervaren en verwerken.

Tips voor het stimuleren van de taalontwikkeling

Algemene tips

  • Bied structuur: Creëer voorspelbare situaties en routines, zodat het kind zich veilig voelt en makkelijker kan leren communiceren.
  • Gebruik visuele hulpmiddelen: Pictogrammen, gebaren of tekeningen kunnen het begrip en de communicatie versterken.
  • Wees geduldig: Geef het kind voldoende tijd om te reageren en moedig elke poging tot communicatie aan, hoe klein ook.

Voor ouders

  • Gebruik korte zinnen: Spreek in eenvoudige, duidelijke zinnen zodat het kind beter kan begrijpen.
  • Herhaal vaak: Herhaal woorden of zinnen meerdere keren om het kind te helpen onthouden en begrijpen.
  • Vraag en antwoord: Stel vragen, maar geef ook ruimte voor het kind om zelf antwoorden te geven, zelfs als het maar een paar woorden zijn.
  • Gebruik visuele ondersteuning: Denk aan plaatjes, gebaren of voorwerpen om het kind te helpen begrijpen wat je bedoelt.
  • Speel samen: Gebruik spelletjes om te praten, zoals bijvoorbeeld het benoemen van voorwerpen terwijl je speelt.
  • Geduld hebben: Geef het kind de tijd om te reageren zonder het te haasten.

Voor leerkrachten

  • Gebruik visuele hulpmiddelen: Maak gebruik van pictogrammen of schriftelijke aanwijzingen om de communicatie te ondersteunen.
  • Structuur bieden: Zorg voor een duidelijke en voorspelbare dagelijkse routine. Dit helpt kinderen met ASS om zich veilig en begrepen te voelen.
  • Geef duidelijke instructies: Geef korte en duidelijke opdrachten. Bijvoorbeeld: "Pak de bal" in plaats van "Kun je de bal voor me halen?"
  • Zorg voor interactie: Stimuleer communicatie door in gesprek te blijven, ook als het kind moeite heeft om te antwoorden.
  • Positieve feedback: Geef complimenten voor de pogingen van het kind, zelfs als de communicatie niet perfect is.
  • Vertraag je tempo: Spreek rustig en geef het kind voldoende tijd om te reageren.

Voor logopedisten

  • Focus op non-verbale communicatie: Werk niet alleen aan gesproken taal, maar ook aan gebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.
  • Oefen alledaagse gesprekken: Zet het kind in situaties die dagelijks voorkomen (zoals boodschappen doen of spelen) om gesprekken te oefenen.
  • Gebruik interactieve materialen: Maak gebruik van boeken, video's of apps die taal stimuleren.
  • Pas de therapie aan het kind aan: Kies oefeningen en technieken die aansluiten bij het niveau en de interesses van het kind.
  • Werk aan het uitbreiden van woordenschat: Begin met basiswoorden en werk langzaam naar complexere zinnen.
  • Oefen met sociale interacties: Help het kind begrijpen hoe je een gesprek begint, beurtwisselen en naar anderen luisteren.